Chapter 8: Tussen de barsten van een gebroken hart
Tussen de barsten van een gebroken hart
Chapter 8
Tegen de tijd dat Naïm bij zijn sollicitatiegesprek zat voelde hij nog steeds zijn hart in zijn keel bonken. Hij was geschokt om het meisje van de metro zo tegen te komen, en wederom had hij in zijn onoplettendheid iemand omver gelopen. Even dacht hij “wat moet ze wel niet van mij denken” wanneer hij beseft dat hij dom bezig is, hij moet zich focussen! Hij dwingt zichzelf om te vergeten wat er gebeurt was en hij gaat het gesprek aan. Zijn intentie om hier te werken blijft sterk, hij wil zich omringen met de Islaam. In zijn hart vreest Naïm dat zijn imaan weer zal dalen, dat hij weer in oude patronen vervalt.. en op dat moment is zijn intentie om te werken voor deze school zuiver en alleen omwille van Allah Azza wa Djall. Soubhana Allah. Binnen een paar minuten praten was het enkel een kwestie van formaliteiten doorspreken, dagen die hij kan en de klas waar hij in mag starten. Als Naïm een uur later weer buiten staat met zijn stagecontract in handen voelt hij zich licht als een veertje. Alhamdoellilaah. Als hij een paar straten verder loopt kan hij boven de huisjes de minaretten van de moskee uit zien steken. Even voelt hij een brok in zijn keel. Zijn dankbaarheid is overweldigend. Een islamitische school.. de moskee om de hoek.. Soubhana Allah. Hij dacht aan de woorden van Allah Azza wa Djall die hij laatst in een lezing gehoord heeft:“Als jij één stap naar mij maakt, maak ik 10 stappen naar jou. Als jij lopen naar Mij komt, kom Ik rennend naar jou” (Hadith Qudsi).
Die avond nodigde ummi 3ami en zijn gezin uit om mee te eten en maakte zij couscous. Na het eten ging Naïm met 3ami naar de moskee om het gezamenlijk gebed bij te wonen. Vroeg kwam 3ami veel over de vloer om Naïm te helpen met zijn Qur'an. Toen Naïm langzaam weggleed kwam 3ami maanden lang alsnog elke week langs om hem aan te sporen Qur'an te blijven lezen & memoriseren. Destijds was Naïm elke keer weggebleven en durfde hij zijn oom nauwelijks onder ogen te komen. Nooit had 3ami zijn teleurstelling uitgesproken of was hij boos geworden. Als zijn moeder hem belde uit wanhoop om over Naïm te praten had 3ami altijd gezegd dat ze vertrouwen moest hebben, en dat Naïm wel terug zou keren. In sha Allah.
Onderweg naar de moskee was Naïm toch wel wat nerveus.. Hij keek zijn oom, die inmiddels grijze haren en een grijze baard had, uit zijn ooghoek aan. Zijn oom was bezig met dhikr en straalde de kalmte uit die Naïm van hem gewend was. Naïm voelde en vlaag van genegenheid voor deze man. Maar hij wist zich hier geen houding mee, dus hij keek naar zijn voeten. Zij aan zij betraden ze de moskee en deden ze de du'a [A'oede billâhil 'Azhiem, wa bi wadjhihil Kariem, wa Soeltânihil qadiem, manasj sjaithânir radjiem - Ik zoek mijn toevlucht bij Allah de Almachtige, bij Zijn Edel Gezicht en Zijn onuitputtelijke Kracht tegen de verworpen sjaithaan]. Samen betraden ze de gebedsruimte en zonder een woord te zeggen liep 3ami naar de boekenkast, pakte een Qur'an en wenkte Naïm. Naïm liep verbaasd naar zijn oom. 3ami gaf hem de Qur'an en zei "volgens mij waren wij gebleven bij surat at-Taariq". En hoewel Naïm inmiddels al wel verder geleerd had raakte het hem dat zijn oom nog precies wist waar ze gebleven waren, al die jaren geleden. En zonder verder erop in te gaan sloegen ze de Qur'an open en begon 3ami hem te overhoren.
Toen ze een paar uur later de moskee verlieten voelde Naïm zich opgelucht, gelukkig. Hij voelde zich gesterkt door zijn oom aan zijn zijde. Mohammed was ook nog langsgekomen en had meegeluisterd terwijl 3ami Naïm overhoorde en had hem om zijn hulp gevraagd met de tajweed van een surah waar hij mee bezig was. Het was fijn geweest. 3ami reciteerde altijd prachtig en rustig, het was heel bijzonder om te mogen horen en om van hem te leren. Na het gebed waren er ook andere jongens van de buurt erbij geschoven om mee te luisteren en mee te doen. Toen ze richting huis liepen zei 3ami opeens: "Je stem is nog steeds even zuiver als toen je klein was, allahoema bareek. Blijf oefenen in sha Allah". En Naïm lachte naar zijn oom. Hij vroeg hem of hij misschien weer vaker wilde komen om met hem te oefenen en 3ami glimlachte breed en knikte. En dat deden ze. Soms samen, en soms met Mohammed erbij. Ook gingen ze regelmatig na het gebed even zitten.
Volgende week zou Naïm in sha Allah beginnen op de islamitische basisschool. Hij had er veel zin in. Op school moest hij lesplannen opstellen en meedenken met de docent waaraan hij binnen de school gekoppeld was. Hij zou vooral een ondersteunende rol op zich nemen, maar ook mocht hij helpen met de voorbereidingen voor de godsdienstlessen, en hier keek Naïm eigenlijk nog wel het meest naar uit. Hij kreeg vanuit de school hun lesplan voor het schooljaar en de bijbehorende literatuur. Na school ging hij ook graag even in een koffiezaakje of in de bibliotheek aan de lessen werken. Dan vroeg hij 3ami of Mohammed om mee te kijken naar de lessen die hij bedacht om zeker te zijn dat er geen verkeerde informatie in stond of misschien informatie ontbrak. Hoewel hij de opleiding onderwijsassistent zomaar had gekozen was hij nu heel blij met zijn beslissing. Hij was enthousiast over het doceren en over het idee dat hij met kinderen kon werken. Er ontwikkelde een brandende passie om bij te dragen aan het bieden van handvatten aan de kinderen om hen te helpen niet te vervallen in de fouten die hij had gemaakt. Om niet opgeslokt te raken in de zorgen en de valkuilen van de dunya. Voor Naïm voelde deze als afgesloten, hoewel hij zichzelf betrapte op een immense angst om weer met dit verleden in aanraking te komen.. Hoe heeft hij ooit zo ver af kunnen zwakken dat hij in deze wereld vervallen was?
Die avond nodigde ummi 3ami en zijn gezin uit om mee te eten en maakte zij couscous. Na het eten ging Naïm met 3ami naar de moskee om het gezamenlijk gebed bij te wonen. Vroeg kwam 3ami veel over de vloer om Naïm te helpen met zijn Qur'an. Toen Naïm langzaam weggleed kwam 3ami maanden lang alsnog elke week langs om hem aan te sporen Qur'an te blijven lezen & memoriseren. Destijds was Naïm elke keer weggebleven en durfde hij zijn oom nauwelijks onder ogen te komen. Nooit had 3ami zijn teleurstelling uitgesproken of was hij boos geworden. Als zijn moeder hem belde uit wanhoop om over Naïm te praten had 3ami altijd gezegd dat ze vertrouwen moest hebben, en dat Naïm wel terug zou keren. In sha Allah.
Onderweg naar de moskee was Naïm toch wel wat nerveus.. Hij keek zijn oom, die inmiddels grijze haren en een grijze baard had, uit zijn ooghoek aan. Zijn oom was bezig met dhikr en straalde de kalmte uit die Naïm van hem gewend was. Naïm voelde en vlaag van genegenheid voor deze man. Maar hij wist zich hier geen houding mee, dus hij keek naar zijn voeten. Zij aan zij betraden ze de moskee en deden ze de du'a [A'oede billâhil 'Azhiem, wa bi wadjhihil Kariem, wa Soeltânihil qadiem, manasj sjaithânir radjiem - Ik zoek mijn toevlucht bij Allah de Almachtige, bij Zijn Edel Gezicht en Zijn onuitputtelijke Kracht tegen de verworpen sjaithaan]. Samen betraden ze de gebedsruimte en zonder een woord te zeggen liep 3ami naar de boekenkast, pakte een Qur'an en wenkte Naïm. Naïm liep verbaasd naar zijn oom. 3ami gaf hem de Qur'an en zei "volgens mij waren wij gebleven bij surat at-Taariq". En hoewel Naïm inmiddels al wel verder geleerd had raakte het hem dat zijn oom nog precies wist waar ze gebleven waren, al die jaren geleden. En zonder verder erop in te gaan sloegen ze de Qur'an open en begon 3ami hem te overhoren.
Toen ze een paar uur later de moskee verlieten voelde Naïm zich opgelucht, gelukkig. Hij voelde zich gesterkt door zijn oom aan zijn zijde. Mohammed was ook nog langsgekomen en had meegeluisterd terwijl 3ami Naïm overhoorde en had hem om zijn hulp gevraagd met de tajweed van een surah waar hij mee bezig was. Het was fijn geweest. 3ami reciteerde altijd prachtig en rustig, het was heel bijzonder om te mogen horen en om van hem te leren. Na het gebed waren er ook andere jongens van de buurt erbij geschoven om mee te luisteren en mee te doen. Toen ze richting huis liepen zei 3ami opeens: "Je stem is nog steeds even zuiver als toen je klein was, allahoema bareek. Blijf oefenen in sha Allah". En Naïm lachte naar zijn oom. Hij vroeg hem of hij misschien weer vaker wilde komen om met hem te oefenen en 3ami glimlachte breed en knikte. En dat deden ze. Soms samen, en soms met Mohammed erbij. Ook gingen ze regelmatig na het gebed even zitten.
Volgende week zou Naïm in sha Allah beginnen op de islamitische basisschool. Hij had er veel zin in. Op school moest hij lesplannen opstellen en meedenken met de docent waaraan hij binnen de school gekoppeld was. Hij zou vooral een ondersteunende rol op zich nemen, maar ook mocht hij helpen met de voorbereidingen voor de godsdienstlessen, en hier keek Naïm eigenlijk nog wel het meest naar uit. Hij kreeg vanuit de school hun lesplan voor het schooljaar en de bijbehorende literatuur. Na school ging hij ook graag even in een koffiezaakje of in de bibliotheek aan de lessen werken. Dan vroeg hij 3ami of Mohammed om mee te kijken naar de lessen die hij bedacht om zeker te zijn dat er geen verkeerde informatie in stond of misschien informatie ontbrak. Hoewel hij de opleiding onderwijsassistent zomaar had gekozen was hij nu heel blij met zijn beslissing. Hij was enthousiast over het doceren en over het idee dat hij met kinderen kon werken. Er ontwikkelde een brandende passie om bij te dragen aan het bieden van handvatten aan de kinderen om hen te helpen niet te vervallen in de fouten die hij had gemaakt. Om niet opgeslokt te raken in de zorgen en de valkuilen van de dunya. Voor Naïm voelde deze als afgesloten, hoewel hij zichzelf betrapte op een immense angst om weer met dit verleden in aanraking te komen.. Hoe heeft hij ooit zo ver af kunnen zwakken dat hij in deze wereld vervallen was?
Reacties
Een reactie posten