Chapter 7: Tussen de barsten van een gebroken hart
Tussen de barsten van een gebroken hart
Chapter
7
Soms is verandering als een lentebries. Niet
smeltend heet maar krachtig genoeg om langzaam de gure winterdagen te
verdrijven en plaats te maken voor nieuws: bloeisels en groei. De weken volgde,
Naïm voelde die kleine onschuldige jongen weer branden in zijn borst. Hij
voelde zich licht terwijl hij de afgelopen jaren getekend was door zwaarte en
moeilijkheden. Hij en Mohammed woonde lessen bij in de moskee, Naïm pakte zijn
arabisch weer op en was actief bezig met het bestuderen en memoriseren van de Qur’an. Hij volgde lessen, en achteraf bleef hij
met Mohammed, die al veel verder was, in de moskee zitten om verder te leren.
Soms bleven andere broeders ook hangen om mee te doen. Ook kwam Mohammed
regelmatig bij Naïm thuis om een lezing te bekijken of de Qur’an te bestuderen
onder het genot van een warme kop atay. De jongens bidden zoveel mogelijk in de
moskee. Ze zitten soms nachten lang op het balkon, pipa etend en atay drinkend
te praten over de deen. Ze reizen in de weekenden door Nederland om
verschillende lezingen bij te kunnen wonen. Naast het opdoen van kennis en het
praktiseren van zijn geloof, besteedt Naïm nu ook veel meer aandacht aan zijn
moeder. Ze zijn hechter dan zij in jaren geweest was. Ze lachen samen, doen
samen boodschappen en praten als vanouds. Regelmatig gaat zijn moeder mee
wanneer hij naar de moskee gaat. Dan wandelen ze samen erheen en weer terug naar
huis. De sfeer in huis veranderd snel en het voelt als vroeger. Ook op school
doet Naïm zijn best. Ze gaan binnenkort stage lopen, en hij wil niks liever dan
geplaatst worden op een islamitische basisschool. Daarnaast werkt hij hard om
zo snel mogelijk de opleiding af te ronden, hij wil doorgroeien. Hij wil
werken. Maar ondanks al het geluk en de gemoedsrust die hij heeft gevonden,
blijft er iets aan hem knagen.. iets wat hij zover hij kan weg stopt maar keer
op keer hem inhaalt. Sterker nog: regelmatig treft hij het buiten aan of zelfs
in de moskee. Op de meest onhandige momenten kruipt zijn vader in zijn
gedachten. En de vraag die hij jaren geleden voor zichzelf had beantwoord doemt
keer op keer weer op in zijn hoofd. Hij kan het met niemand bespreken, want hij
weet al wat ma zal zeggen. Ze zal het perfecte antwoord geven. Alleen zal het
perfecte antwoord niet perfect zijn. Het zal niks ter rust leggen of ook maar
iets veranderen. Want de enige persoon die voor hem deze vraag kan beantwoorden
is zijn vader. Maar Naïm vertikt het. Hij heeft die man niks te vertellen.
Het is vroeg in de ochtend. Naïm staat voor
het grote gebouw. Verbijsterd door zijn eigen gedachten. Zijn eigen angst.
Nooit heeft hij zich zenuwachtig gevoeld alvorens een sollicitatiegesprek of
wat dan ook. Zelfs niet als hij spul rond moest brengen voor Ap voelde hij zich
niet zo nerveus. Dus waarom nu wel opeens? Misschien is het omdat hij nog nooit
zo graag iets gewild heeft. Misschien omdat hij bang is wat er zal gebeuren als
het hem niet lukt. Hij voelt zich zo sterk in zijn geloof.. zo dicht bij
zichzelf. Hij wil zich zo blijven voelen. Hij wil alsmaar doorgroeien en meer
leren. Hij wil zonder weerstand op tijd kunnen bidden, ook wil hij interactie
met de islamitische leerlingen. Over Allah Azza wa Djall kunnen praten op zijn
werk. Maar er was nog iets anders wat hem nerveus maakt. Iets waar hij zijn
vinger niet precies op kan plaatsen.. Een onderbuik-gevoel.. Hij schudt de
zenuwen van zich af, en met benen die voelen als van steen, stapt hij het
gebouw in. Hij meldt zich bij de balie. “Salaamoe aleikoem, ik heb vandaag een
gesprek. Ik kom voor een stageplek als onderwijsassistent”. De broeder groet
hem terug en verzoekt Naïm om mee te komen naar zijn kantoor. Met bonzend hart
loopt hij achter de man aan, vanuit zijn ooghoek ziet hij beweging, en nog voor
hij kan kijken wat het is botst een kleine jongen tegen hem op en die valt. De
jongen begint te huilen. Naïm bukt zich
om het jongetje te troosten wanneer hij een zachte, vriendelijke stem hoort
zeggen:”Badr? Badr heb je je bezeerd? Ik zei toch dat je niet mag rennen?”.
Naïm kijkt op en tot zijn verbijstering staat ze daar. Het meisje van de metro.
Reacties
Een reactie posten