Chapter 6: Tussen de barsten van een gebroken hart


Tussen de barsten van een gebroken hart

Chapter 6: Trauma laat altijd wat achter

Het is midden in de nacht wanneer Souhaila wakker schrikt. Haal lichaam is volledig bezweet en haar wangen zijn nat van de tranen. Ze schiet hijgend omhoog en tast in het duister naar het lichtknopje. Haar hart gaat als een razende tekeer en het voelt alsof alles draait. Daar. Alleen in het holst van de nacht dwingt zij zichzelf om te kalmeren. Eindelijk vindt ze het lampje naast haar bed en haar kamer wordt overspoeld door licht.

Ze dwingt zichzelf om rond te kijken, nog steeds nahijgend. Ze dwingt zichzelf om te blijven kijken tot ze bedaart. “Het was maar een droom, het is niet echt. Het was maar een droom” blijft ze fluisterend herhalen tegen zichzelf. Souhaila trekt haar knieën op tegen haar borst en slaat haar armen eromheen. Ze kijkt nogmaals door de kamer. Ze trilt van top tot teen terwijl het koude zweet langs haar rug druipt. Zachtjes begint ze surat al Fatiha te reciteren, daarna ayat al Kursi. Ze blijft reciteren tot ze langzaam tot rust komt. Ze voelt de spanning in haar lichaam afnemen. Zachtjes veegt ze de tranen uit haar ogen en laat ze wederom haar ogen door de kamer glijden. Het is altijd dezelfde droom.. dezelfde nachtmerrie. In de islam praten wij niet over onze nachtmerries. Ze zijn van shaythaan. Souhaila verdringt de beelden.. het bloed.. het geschreeuw.

Langzaam ontspant haar lichaam zich, genoeg dat zij weer gevoel krijgt in haar benen. Ze staat geruisloos op en loopt geruisloos naar de keuken. Ze wil haar vader niet te wekken. Ze zet water op en maakt een grote kop thee voor zichzelf. Ze neemt de kop in haar trillende handen en loopt naar de bank waar ze neerploft. Ze klemt haar handen strak om de kop heen, hopend dat de warmte van de mok de kou uit haar ziel zal verjagen. Rillerig haalt ze diep adem..

Souhaila was pas 8 jaar oud toen ze de ergste dag van haar leven had. De dag waarop zij een groot deel van haar familie verloor. Soms droomt zij nog over die dag, en dan komen alle gevoelens weer terug. Dan voelt het niet als iets van jaren geleden, maar als gisteren. De beelden, helder alsof zij zich wederom voor haar ogen voordoen. Ze doet wat ze altijd doet, ze kalmeert zichzelf door haar zegeningen te tellen.

Ze heeft papa, alhamdoellilaah. Deze dunya is een plek van beproeving. Een plek van verdriet, acceptatie en hoop op een hereniging in het hiernamaals. Maar ze weet heel goed dat trauma altijd een plekje achterlaat. Dit doet het ongevraagd. Het is het besef dat nare dingen een ieder overkomt, en niemand gevrijwaard is. Souhaila heeft wat men noemt een ‘romantische’ kijk op het leven. Hiermee bedoelt ze niet de rozen, de ‘I love you’ en de pluche beren. Maar zij ziet zaken altijd in een context. Souhaila kiest er actief voor om de wereld soms mooier te zien dan de wereld eigenlijk is. Ze gelooft in het goede van mensen. Ze focust zich op de positieve zaken. Meer dan dat: zij heeft Allah Azza wa Djall, Zijn religie, haar geloof in Hem. Dit geeft haar kracht met alles wat er op haar af komt. Zowel het goede als het slechte. Zij weet zelfs op het moment dat haar hart breekt dat Allah Azza wa Djall haar niet beproeft boven haar vermogen. Dus ze ondergaat het wanneer de gebreken van de dunya in een mate tonen waarin zij niet de andere kant op kan kijken. In een mate waarin zij genoodzaakt wordt om verdriet toe te laten in haar hart en zaken in z’n geheel te ervaren. Want ook dit moet soms. Maar zij was vooral goed in het wegstoppen van haar emoties en zichzelf te vullen met alle mooie dingen. Zo dealde zij met verdriet. Of beter gezegd: zo verstopte zij zich ervan.



Souhaila drinkt haar thee en besluit om de wassing te verrichten en qiyam al layl te bidden. Ze blijft vannacht lang in gebed staan, tranen latend en haar hart uitstortend bij Degene die het geschapen heeft. Bij Degene die altijd luistert. Bij Degene in Wiens Hand haar ziel is.

Niet wetend dat een paar kilometer verderop iemand ook in gebed staat. Niet wetend dat zij de sabab was van Allah Soubhana wa Ta’allah om de verandering bij hem teweeg te brengen. Zonder dat zij elkaars namen kennen. En Naïm denkt aan haar. Aan het mooie, bescheiden meisje van de metro die ochtend. En hoe hij stiekem wenst haar te mogen trouwen, zonder ook maar een beetje te geloven dat iemand als zij ooit interesse zou hebben in hem. Zonder te geloven dat zij elkaar ooit nog zullen treffen.

Reacties

Populaire posts