Chapter 1: Tussen de barsten van een gebroken hart
Tussen de barsten van een gebroken hart
Chapter 1
Rotterdam-Zuid, 1996
“Kom mee Naïm, kom spelen!”. Hij wilde mee
rennen, maar zijn beentjes waren te kort. Hij kon de grote jongens niet
bijhouden. Van achter het hek keek hij mee naar alle voetballende jongens. Hij
was nog te klein. Maar op een dag zou hij groot genoeg zijn om ze allemaal te
verslaan.. ‘Wacht maar!’ Dacht kleine Naïm van achter het hek. ‘Op een dag zal
ik niet meer achter dit hek staan, maar ertussen rennen’ dacht Naïm met een
stiekeme glimlach op zijn gezicht. Geen greintje twijfel in zijn hart dat hij
de beste zou worden! Thuis oefende hij al soms, tot mama’s ergernis. Vorige
week had hij per ongeluk de bal tegen papa’s speciale kast aan geschopt terwijl
hij aan het oefenen was. Voor Naïm was het een goal, ondanks dat papa woedend
was.
Over zijn schouder kijkt hij naar huis. Van
mama moet hij altijd in het zicht blijven. Soms vindt hij dat wel vervelend,
want dan vergeet hij het. En als hij dan thuiskomt is mammie altijd heel boos.
Zelfs als hij vertelt dat het per ongeluk was en hij gewoon vergeten was dat mammie
niet alles kan zien. Hij ziet haar staan in het raamkozijn. Hij ziet haar
gestalte door de witte vitrage heen. Wetend dat ze kijkt. Hij zwaait
voorzichtig, niet willend dat de grote jongens het zouden zien. En hij weet dat
ze het ziet, en hij weet dat ze lacht. Mama weet alles. Ik hou van mama..
Naïm woonde in Rotterdam met zijn ouders. Naïm
is een Marokkaans-Nederlandse jongen van 5 jaar oud. Zijn ouders zijn berbers,
van Nador komen zij. Naïm wist niet hoe papa en mama elkaar hadden ontmoet. Hij
wist alleen dat papa mama had gezien op de markt en dat hij gelijk wist dat zij
voor hem was.. dat heeft hij wel eens gezegd. En als Naïm het aan mammie vroeg
zei ze enkel dat ‘pappie altijd krijgt wat hij wilt’. Toen mammie 19 jaar was
en net getrouwd was met pappie zijn zij naar Nederland gekomen. Pappie was toen
al 33 jaar geweest. Als Naïm vroeg of mammie blij was dat ze naar Nederland was
gekomen, dan kreeg zij soms tranen. Maar altijd kneep zij dan in zijn wang en
zei dan ‘De eerste 3 jaar niet, maar nu jij er bent wél’. Ze zei dat Nederland
veel kansen biedt die Marokko niet zou bieden, en dat zij dit wilde voor Naïm..
Wat Naïm niet wist is dat zijn moeder kon zien dat de kleine Naïm veel potentie
had. In Marokko leefde haar familie heel simpel, ze hadden weinig geld en
werkte allemaal al vanaf jongs af aan. Zij wilde Naïm de mogelijkheid bieden
tot een goede opleiding. Het maakte haar niet uit wat hij zou gaan doen..
Zolang haar kleine, intelligente zoon maar de kans kreeg om te doen wat hij
wilde doen in het leven. In Nederland was onderwijs een verplichting, dit vond
zij iets goeds. En hoewel het leven in Rotterdam-Zuid haar Nador iedere dag
liet missen, vond zij haar geluk bij haar zoon. Haar leergierige, lieve
zoontje. Ze hadden een huis waarvoor hij 4 trappen moest beklimmen voordat Naïm
naar binnen kon. Soms vond hij dat wel vervelend, vooral als hij moe was. Maar
soms, heel soms droeg papa hem dan naar boven. Dat vond Naïm fijn, hij was
graag in papa zijn armen. Soms deed hij dan alsof hij sliep, zodat papa hem
iets langer vasthield terwijl hij hem naar zijn kamer droeg en in zijn bedje
legde. Als hij uit het woonkamerraam keek kon hij het voetbalveldje zien waar
de grote jongens altijd voetbal speelde. Hij kon er uren naar kijken. Hij keek
vaak vanuit het raam, maar het liefst ging hij naar buiten en keek hij vanaf de
zijlijn. Zijn beste vriend Mohammed woonde een paar deuren verderop. Vaak rende
Naïm daarheen om te vragen of Mohammed naar buiten mocht, maar Mohammed was
vaak weg. Hij ging naar de moskee om lessen te volgen. Naïm wilde dat ook
graag, maar pappie zei dat hij nog veel te jong was. En omdat de ouders van
Mohammed toestonden dat hij daar zoveel tijd doorbracht had pappie liever dat
Naïm zich richtte op de dingen die er ‘écht toe doen’, zoals school. Ooit had
mammie gezegd dat er niks belangrijker was dan moskee. Papa was die avond heel
boos geworden. Naïm vroeg vaak aan Mohammed om hem te vertellen wat hij geleerd
had, en Mohammed deed dat dan.
Naïm schrikt wakker. Hij hoort het geluid van
brekend glas en gesmoord geluid. Hij krimpt instinctief in elkaar. “Is papa
thuis vandaag? Hij zou toch wegblijven zei mama?”.
Tegen beter weten in kruipt kleine Naïm uit
zijn bedje. Hij houdt beertje goed tegen zich aangedrukt terwijl hij zachtjes
naar de deur sluipt en neerknielt. Hij hoort een gesmoord geluid. “Nee
alsjeblieft.. ik doe het morgen, ik beloof het”. Waarna hij papa’s stem sissend
hoort zeggen “dat zeg je altijd, luilak! Lui wijf! Ik maar werken en werken en
jij loopt hier te niksen terwijl dat kind de hele dag buiten zwerft!”. Naïm
zijn onderlip begint te trillen. Hij haat het als pappie hem ‘dat kind’ noemt.
Dat doet hij niet zo vaak, maar als hij dat doet dan is hij meestal boos omdat
hij per ongeluk in zijn bed heeft geplast of toen hij laatst zijn voetbal tegen
papa’s speciale kast had geschopt waarna al het glas erin kapot stond was gevallen
en er vies ruikend sap in het tapijt stroomde. Hetzelfde sap waardoor pappie
vaak een beetje raar ging doen als hij ervan dronk. Mammie heeft tot papa’s
woede de vlekken nooit uit het tapijt gekregen. Naïm had nog zelf geprobeerd
het schoon te maken. Hij vond het niet eerlijk dat pappie steeds weer boos werd
op mama. Zij had toch niks gedaan?
Naïm hoorde mammie zachtjes huilen en zware
voetstappen wegebben. Toen de deur dichtsloeg bleef Naïm nog even verstijfd bij
de deur zitten. Nu wenste hij dat hij van pappie naar de moskeelessen mocht net
zoals zijn beste vriend Mohammed. Dan had hij geweten hoe hij nu misschien een
du’a kon doen. Naïm besluit het aan mammie te gaan vragen. Met Beertje tegen
zijn borst gedrukt doet Naïm de deur op een kiertje. Hij gluurt de gang in om
te kijken of pappie echt weg is. Zachtjes loopt hij de gang op naar de
woonkamer. Hij ziet mammie liggen op het tapijt. Slaapt ze?
Naïm loopt op mammie af, hij hoort haar
zachtjes snikken. Hij legt zijn kleine handje op mama’s rug. Even stopt mammie
met snikken. “Ga slapen hbibi” fluistert ze zachtjes. Naïm blijft even stil,
maar vraagt dan toch “mammie? Hoe doe je du’a?”. Mammie draait haar betraande
gezicht naar Naïm toe. Naïm ziet dat mammies lip een beetje bloedt. Hij veegt
het weg met de poot van Beertje en zegt tegen mammie “Ik wilde du’a doen bij
Allah, Mohammed vertelde dat als je du’a doet Allah jou geeft wat je wilt”.
Mammie lacht voorzichtig en komt een beetje omhoog. Ze kijkt vol tederheid en
verdriet naar haar zoon, die haar al zo vaak gebroken heeft gezien dat hij er
niet eens meer van schrikt. Ze aait over zijn wangetje “heeft Mohammed dat
geleerd in de moskee?”. Naïm knikt. Ze pakt Naïm zijn handen en zegt “Du’a kan je altijd en overal doen. Het mag gewoon in
het Nederlands en je hoeft er niks voor te doen. Je hoeft alleen maar te denken
aan Allah en hem te vertellen wat er op je hart ligt” legt ze uit. Als ze de
grote vragende ogen van haar 5-jarige zoontje ziet aait ze hem zachtjes over
zijn wang. “Wees maar niet bang, je kan niks fout doen. Allah wordt niet boos.
Hij houdt ervan als je tegen Hem praat”. Naïm kijkt naar zijn kleine handjes en
vraagt zachtjes “Mammie? Wil je het voordoen?”. Mama gaat rechtop zitten en
neemt hem op schoot. “Tuurlijk lieverd, we doen
het samen. Waar wil je du’a voor doen?”. En de woorden die uit Naïm zijn mondje
kwamen braken haar hart. En het waren deze woorden die het kleine beetje
genegenheid die zij nog had gevoeld voor haar man in één keer zouden
verdwijnen. De woorden die haar jaren later nog zouden achtervolgen in haar
dromen. Naïm zei: “Ik wil dat papa wegblijft. Voor altijd”. En terwijl de
tranen over haar wangen liepen deed mammie de du’a met kleine Naïm. En diep,
diep van binnen wenste zij dat Allah de du’a van haar zoon zou accepteren.
Weken gingen voorbij, en geen teken van papa.
Naïm was opgelucht en blij. Mammie was blij om te zien dat haar zoontje
opknapte door het vertrek van zijn vader. Er viel een last van hun gezin en de
spanning die haar man vaak teweeg gebracht had verdween. Naïm wist dat Allah
zijn du’a had verhoord. Hij mocht van mammie zelfs met Mohammed naar de lessen
in de moskee. Iets wat hij altijd al wilde, maar van pappie nooit mocht.
Ondanks dat hij pas 5 was wilde hij met Mohammed mee naar de lessen voor de
grotere kinderen. Ze kregen een extra pauze van de juf als ze het te moeilijk
vonden. Maar meestal waren de twee jongentjes gefascineerd door wat de docente
allemaal te vertellen had. Zij verwonderde zich over de prachtige verhalen over
profeten van vroeger. Na de les haalde mammie Naïm op. Ze gingen dan thuis op
de bank athay drinken en dan vertelde Naïm haar
alles wat hij geleerd had die dag. Mama hielp hem met zijn soeraat leren en
overhoorde hem. Ze legde hem de betekenis uit, dit wordt ook wel tafseer genoemd,
en één keer vroeg ze 3ami Yunus om langs te komen. Hij had de beste stem om de
Koran te lezen vond Naïm. Net alsof hij zingt. Tajweed wordt dit genoemd.
Stiekem vond Naïm het nog mooier dan als de Imam het deed tijdens het gebed.
Naïm hield van de moskee. Elke week koos Imam Redouane een onderwerp en daar
gaf hij uitleg over. Om de paar lessen kregen ze dan een toets over de
behandelde lesstof. Ook leerde ze de arabische taal en het memoriseren van de Quran.
Naïm en Mohammed deden regelmatig hun huiswerk samen. Mohammed zijn broer
studeerde in een ver land over de islam en legde hem soms extra dingen uit als
hij voor een tijdje thuis was. Dit resulteerde dat Mohammed al veel meer wist
dan de meeste kinderen van de moskee.
Zelfs al was hij één van de jongsten van de klas. Naïm kreeg geen genoeg
van alle verhalen van Mohammed over de verschillende profeten en sahabiyaat (moge
Allah’s zegeningen en tevredenheid met hen zijn). En vaak zei Naïm dan ook
tegen Mohammed: “Vertel mij iets wat ik nog niet weet”. Soms vertelde Mohammed
iets waarna Naïm schamper lachte en zei: “Wist ik allaaaang al”. Maar heel vaak
vertelde Mohammed weer iets nieuws, en Naïm hing elke keer aan zijn lippen.
Meer maanden verstreken, en nog steeds geen
teken van papa. Meestal als hij lang wegbleef belde hij wel eens naar huis en
dan vroeg hij Naïm over school. Hij was inmiddels al een tijdje 6 jaar oud en
zelfs op zijn verjaardag had pappie niet gebeld. Deze keer belde pappie niet.
Naïm had elke keer dat de telefoon overging waar hij mee bezig was
achtergelaten, was naar de telefoon gerend en had opgenomen. Elke keer had hij
tóch gehoopt dat het pappie zou zijn.. Dat hij Naïm niet vergeten was..
Naïm zat inmiddels op voetbal samen met
Mohammed. Vorige week heeft hij een
doelpunt gescoord! En dat terwijl big Mo keeper was. Bij hem scoorde bijna
niemand! Hij was al 7 jaar en heel groot voor zijn leeftijd. De coach had Naïm
een box gegeven en had geroepen “Prachtig schot Naïm!”. Naïm had het al vier
keer aan mama verteld, maar elke keer luisterde zij met een glimlach, alsof ze
het verhaal voor de eerste keer hoorde. En elke keer was ze trots!
Naïm was 7 jaar oud toen hij begreep dat papa
nooit meer terug zou komen. Hij had een nieuw gezin gevonden in Marokko zei
mama. Papa had de scheidingspapieren opgestuurd en hij had Naïm aan mama
gegeven zei mama. Dat deed Naïm toch wel pijn. “Heeft papa niet eens om mij
gevraagd?” vroeg hij beteuterd. Mama opende haar mond, sloot hem weer en ging
toen op haar hurken voor hem zitten. Ze legde haar hand tegen zijn wang.. “Nee
lieverd, papa heeft niet om jou gevraagd”. Daarna vertelde mama een verhaal
over dat mama het toch had aangevochten als hij dat wel had gedaan, en ze zei
dat pappie misschien wist dat Naïm nu gelukkig was en hem dat gunde. Dat hij
elke dag aan Naïm dacht omdat hij de liefste zoon op de wereld was. En hoewel
Naïm knikte alsof hij begreep wat zij bedoelde, wist hij dat mammie die dingen
enkel zei. Hij wist dat het niet waar was. Die dag maakte Naïm dan ook een
beslissing. Als papa niet om hem vroeg, zou hij ook nooit meer om papa vragen.
Ge-wel-dig Allahoumma Bareek!
BeantwoordenVerwijderenPrachtig geschreven Allahuma barek. Benieuwd naar de rest van het verhaal❤️
BeantwoordenVerwijderen